Water in de neus, kriebels in de buik en adrenaline all over
Het zwembad waar ik van kinds af aan elke zomer te vinden ben heeft twee duikplanken. De ‘lage’ is misschien één meter hoog, maar de ‘hoge’ is zéker vier meter. Echt no way dat ik daar ooit van af durfde te springen. Als kind heb ik meermaals met m’n hart in m’n keel over het randje van de plank gekeken. Om vervolgens steeds weer te besluiten veilig via het trappetje terug te gaan. En toen ik wat ouder was durfde ik de hoge niet meer op, het zou toch ook te gênant zijn als ik als ‘volwassene’ met knikkende knieën terug moest lopen. Ik hield het dan maar bij een voorzichtig sprongetje van de lage, of de startblokken, die boden ook al genoeg uitdaging voor mij. Maar op reis probeer je toch je grenzen te verleggen. Zo bezocht ik in Ecuador het plaatsje Baños, dat bekend staat om de extreme sporten die je er kan doen. YOLO.
Ik gaf me op voor canyoning: een combi van abseilen en van watervallen springen. Ja, precies, echt wat voor mij.. Tip 15: Doe op reis eens iets waarvan je denkt dat je het niet kunt of niet durft. Ik kan je vertellen: je gaat jezelf verrassen. Dus daar stond ik dan, heel heldhaftig in zo’n vacuüm gezogen wetsuit, met een stoere klimgordel om, bijpassende waterschoentjes aan en een sexy helmpje op. Na de nodige uitleg, oefeningen en een proefsprong in ondiep water, klommen we via een glibberige route steeds hoger richting het echte werk. Het was zo’n magische omgeving met watervalletjes overlopend in kleine meertjes, en naast en boven me alleen maar groen en af en toe een zonnestraaltje die door het bladerendak heen prikte. Ik probeerde het allemaal in me op te nemen en te genieten. Maar even bij de les, ik kwam hier niet voor het mooie groen, dit was serious business.
‘One, two, …’, ‘no, no, stop, wait!’ Vlak voor de eerste sprong kreeg ik een flashback naar hoe ik als kleine Ella angstig over het randje van de hoge duikplank keek en echt honderd meter onder mij pas een keer het water zag. Maar ik herpakte mezelf en dacht: nee dat was vroeger, nu ben ik een stoere backpacker en ik moet de anderen natuurlijk niet het idee geven dat ik niet durf. En daarbij, er was ook geen andere route om weer beneden te komen. ‘Oké, yes i’m ready’, knikte ik naar de begeleider. ‘One, two, three, JUMP!’ Water in de neus, kriebels in de buik en adrenaline all over. Oh My God, Oh My God, ik heb het gewoon gedaan! En het was zóóó tof! Toen iedereen van de eerste waterval was gesprongen, kwam de volgende. Deze was nog een stuk hoger en hier gingen we langs abseilen. Oké even slikken, maar eenmaal hangend in m’n Lara Croft-broekje zoefde ik heel koeltjes langs het gedonder van de waterval naar beneden, haha wat kicken! Het werd steeds gekker, ik kreeg helemaal de smaak te pakken, van de laatste gingen we zelfs koprol achterover naar beneden. Eng? Nee joh, ach, dat doe ik gewoon.
Ik kan wel zeggen dat ik een angst overwonnen heb, en als bewijs heb ik gelukkig de beelden nog. Tip 16: neem een usb-stick mee. De jongens die ons begeleidden hadden namelijk een GoPro en waterdicht fototoestel mee en deze beelden en foto’s kon ik over laten zetten op mijn mobiel of usb-stick. Aangezien het veel bestanden waren wilde ik het geheugen van m’n mobiel er niet mee volgooien, maar liet ik ze op het kaartje van mijn fototoestel zetten. Toch is het fijner om een stickje te hebben, dan loop je ook niet het risico dat er tijdens het overzetten iets met de foto’s op je kaartje gebeurt. Zo kwamen ’s avonds mijn kamergenootje en ik nog vol adrenaline terug in het hostel om onze dag aan de hand van onze foto’s te delen. Zij was wezen bungeejumpen; tja, baas boven baas. Dat zag er ook gruwelijk uit, maar ik nam even genoegen met deze overwinning.
X Ella
Wordt vervolgd..
Lees ook:
Blog 1: De Grote Bosatlas blz. 197
Blog 2: Mijn backpack en ik
Blog 3: Toch nog besmet...
Blog 4: Doo-t hènig an
Blog 5: Wie heeft mijn bammetje met kaas?!