YOLO, ik reis solo (1)
De Grote Bosatlas blz. 197
Het was begin oktober 2017, de maand dat de naam Anne Faber in no time bij alle Nederlanders bekend werd. Iedereen kreeg koude rillingen bij de gedachten over haar vermissing. De laatst gemaakte selfie toonde een sip gezicht, zo zou ik ook kijken als ik op de fiets door dat ellendige Hollandse herfstweer moest. Het was het beeld van een doorsnee 25-jarige, ze had zo in mijn vriendinnengroep kunnen zitten. Door deze gelijkenis trof het afschuwelijke bericht, dat een einde aan de zoektocht maakte, mij misschien nog wel meer. Ik ben een nuchtere tukker, maar op dat moment drong het besef dat het leven dus zo afgelopen kan zijn echt bij mij binnen.
Het was waarschijnlijk net het laatste zetje wat ik nodig had. Al vaker dacht ik: wat doe ik nog hier in het regenachtige Nederland, terwijl de wereld aan mijn voeten ligt. Anne had vast ook nog duizenden plannen en grootse dromen, zij kon ze niet meer waarmaken. Ik trok De Grote Bosatlas uit de kast en sloeg deze open op bladzijde 197: Zuid-Amerika. Echt? Ging ik dit doen? Ja. YOLO. (Voor wie de pubers-roepen-na-elke-zin-YOLO-hype van een paar jaar geleden gemist heeft, dit staat voor: You Only Live Once.) Vond de term voor dit plan best toepasselijk. Tip 1: zodra je iets hebt bedacht, spreek het hardop tegen iemand uit, dan kan je eigenlijk niet meer terug. En heus, dat wil je ook niet, want dit kan wel eens de reis van je leven worden.
Ik zegde mijn vaste baan en de huur van mijn appartement op, schreef me in voor een spoedcursus Spaans, kocht een backpack en boekte mijn vliegticket. Oké, dit ging natuurlijk niet zo snel als dat het nu klinkt; ik moest mezelf er eerst nog van overtuigen dat ik wel weer nieuw werk zou vinden, om vervolgens de moed te verzamelen om mijn ontslag in te dienen en toen mijn ouders nog lief aankijken of ik weer even thuis mocht komen wonen. Natuurlijk vond ik het superspannend, maar ik was er 100% zeker van dat dit mijn beste idee ooit was. Ik gaf mezelf nog maar eens een schouderklopje, goh, dat ik toch zoiets geniaals had bedacht. Ik ging een half jaar alleen naar Zuid-Amerika.
Op de landkaart tekende ik globaal de reisroute uit: beginnend in Buenos Aires – oeh die stad klinkt alleen al hemels – vanuit daar naar het zuiden van Argentinië, en vervolgens vanuit Chili, omhoog naar Peru, Ecuador en Colombia, als ik het qua tijd allemaal zou redden, dan weer terug naar Peru en via Bolivia oversteken naar Brazilië, om vanaf Rio de Janeiro weer terug naar Amsterdam te vliegen. Tip 2: leg wanneer je gaat rondtrekken nog niets definitief vast, zo houd je tijdens het reizen alle vrijheid. De landen besprak ik met de verpleegkundige bij de Travel Health Clinic waarop ik de nodige informatie, een passend advies, vaccinaties, hoogteziekte- en malariatabletten, muggenmelk en de hele rataplan kreeg. Geen mug, bedorven maaltijd of akelig virus dat deze bijzondere reis voor mij zou verzieken.
X Ella
Wordt vervolgd..
Bron afbeelding: nrc.nl